11399 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||
![]() |
![]() |
![]() |
Wederkerende werkwoorden zijn bijvoorbeeld:
1. de vormen
lavarse | zich wassen | |
yo | me lavo | ik was me |
tú | te lavas | jij wast je |
él ella usted |
se lava | hij/zij/u wast zich |
nosotros nosotras |
nos lavamos | wij wassen ons |
vosotros vosotras |
os laváis | jullie wassen je |
ellos ellas ustedes |
se lavan | zij/u(mv) wassen zich |
2. met nadruk
In het Nederlands kun je extra nadruk leggen met de toevoeging zelf.
In het Spaans leg je extra nadruk met het voorzetsel a + persoonlijk voornaamwoord. Zie het schema hieronder.
afeitarse | zich scheren |
me afeito a mí (mismo*) | ik scheer mezelf |
te afeitas a ti (mismo) | jij scheert jezelf |
se afeita a sí (mismo) | hij/zij/u scheert zichzelf |
nos afeitamos (a nosotros mismos) |
wij scheren onszelf |
os afeitáis (a vosotros mismos) |
jullie scheren jezelf |
se afeitan (a sí mismos) |
zij/u(mv) scheren zichzelf |
*de vrouwelijke vorm is misma.
De meervoudsvormen kunnen ook wederkerig worden gebruikt. In het Nederlands gebruik je dan elkaar.
nos afeitamos (el uno al otro) (entre nosotros) |
wij scheren elkaar |
os afeitáis (el uno al otro) (entre vosotros) |
jullie scheren elkaar |
se afeitan (el uno al otro) (entre sí) |
zij/u(mv) scheren elkaar |
3. de plaats van het wederkerend voornaamwoord
Hiervoor gelden dezelfde regels als voor het persoonlijk voornaamwoord als lijdend of meewerkend voorwerp.
Als regel vóór de persoonsvorm:
Bij de gebiedende wijs bevestigend eraan vast:
Bij de infinitief en de gerundio zijn er twee mogelijkheden: los ervóór of erachter en eraan vastgeschreven:
Zie ook de pagina persoonlijk voornaamwoord.
4. wel wederkerend in het Spaans, niet in het Nederlands
Het Spaans heeft meer wederkerende werkwoorden dan het Nederlands.
Veelvoorkomende zijn:
acostarse | naar bed gaan |
atreverse a | durven |
caerse | vallen |
casarse | (gaan) trouwen |
despertarse | wakker worden |
levantarse | opstaan |
llamarse | heten |
llevarse | meenemen |
marcharse | weggaan |
quejarse de | klagen over |
sentarse | gaan zitten |
traerse | meebrengen |
5. verandering van betekenis
Soms heeft het wederkerend werkwoord een andere betekenis dan het niet-wederkerende werkwoord.
beber beberse |
drinken opdrinken |
comer comerse |
eten opeten |
dormir dormirse |
slapen in slaap vallen |
ir irse |
gaan weggaan |
poner ponerse |
leggen, zetten aantrekken |
quitar quitarse |
weghalen uittrekken |
6. kleding aan- en uittrekken, persoonlijke verzorging
Veel werkwoorden die met kleding en verzorging te maken hebben zijn in het Spaans wederkerend.
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | © 2019 - NU Beter Spaans is een initiatief van Martin van Toll Producties in samenwerking met de redactie van NU Beter Spaans |