Leuk Spaans Leren

hoe vaak? = ¿cada cuánto (tiempo)? / ¿con qué frecuencia?

¿a qué frecuencia? = op welke frequentie?

como mucho = hooguit

De combinaties ¿a qué frecuencia?, ¿cómo mucho? zijn hier niet van toepassing. 

lugar donde atan los perros con longaniza(s) = plaats waar ze onmetelijk rijk zijn (waar ze de honden met worst(en) vastbinden)

een grote vleeseter zijn = ser un verdadero, -a carnívoro, -a 

erg naïef zijn = ser muy ingenuo, -a

niet van honden houden = no ser muy perrero, -a

llevar + participio: deze combinatie drukt uit dat een handeling tot een bepaald punt gerealiseerd is en voortgezet kan worden. 

Het participio escritas verwijst hier naar páginas en volgt de regels van het bijvoeglijk naamwoord. 

De andere opties zijn hier niet correct. 

vejiga = blaas 

tratar = behandelen

bilis = gal

hígado = lever

riñón = nier