no dejes: imperativo negativo (tú) van dejar = laten

De jij-vorm wordt gebruikt omdat in het tweede deel van de zin ook de jij-vorm staat. ➙ asiste: imperativo afirmativo (tú) van asistir = bijwonen

De andere opties zijn hier niet correct.

preestreno = voorvertoning; try-out

para vosotros, -as = os (voor jullie): de ingekorte vorm van het meewerkend voorwerp wordt vóór het lijdend voorwerp lo geplaatst => os lo

Os lo compraré / Lo compraré para vosotras. = Ik zal het kopen voor jullie.

De andere combinaties zijn hier niet van toepassing.

cascarrabias = driftkikker; mopperkont

circusartiest = artista de circo

opschepper = farolero

pantoffelheld = calzonazos

estar de bajón, estar deprimido, -a = neerslachtig zijn

estar bajo arresto = onder arrest staan

estar de luto = in de rouw zijn

estar de mudanza = aan het verhuizen zijn