14025 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Abuela, ¿quieres que te ........ el periódico?
Na querer que volgt een subjuntivo, omdat de handeling in de bijzin nog moet gaan plaatsvinden en dus onzeker is.
traiga = ik breng - presente de subjuntivo
traigo = ik breng - presente de indicativo
El encuentro se llevará ........ cabo el 24 de agosto.
(Op het feest ging de rits van mijn jurk stuk. Was me dat schrikken!)
En la fiesta ........ rompió la cremallera del vestido. ¡Qué susto!
romperse = stukgaan
se me rompió la cremallera del vestido = de rits van mijn jurk ging stuk
se le rompió la cremallera del vestido = de rits van haar jurk ging stuk
se rompió la cremallera del vestido = de rits van de jurk ging stuk
Om uit te drukken wie het betreft, gebruikt het Spaans in dit soort zinnen het persoonlijk voornaamwoord (me, te, le, nos, os, les). Anders dan in het Nederlands blijft het bezittelijk voornaamwoord achterwege als de bezitter duidelijk is.
Estrella está (bekaf) ........ .
polvo = stof
hecho, -a polvo = bekaf (letterlijk: stof geworden)
De uitdrukkingen hecha pico, pica, polva bestaan niet
© 2019 - NU Beter Spaans is een initiatief van Martin van Toll Producties in samenwerking met de redactie van NU Beter Spaans |