14839 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
A Concha le fastidia que el torno del dentista ........ tanto ruido.
Na werkwoorden die een emotie uitdrukken volgt een subjuntivo in de bijzin.
haga (van hacer): 3e persoon enkelvoud, presente de subjuntivo
hacer = maken, doen
torno = boor
hace: 3e persoon enkelvoud, presente de indicativo
haz: gebiedende wijs (tú)
Los abuelos (zorgen voor) ........ sus nietos.
ocuparse de = zorgen voor
preocuparse por = zich zorgen maken over, tobben over
(Op het feest ging de rits van mijn jurk stuk. Was me dat schrikken!)
En la fiesta ........ rompió la cremallera del vestido. ¡Qué susto!
romperse = stukgaan
se me rompió la cremallera del vestido = de rits van mijn jurk ging stuk
se le rompió la cremallera del vestido = de rits van haar jurk ging stuk
se rompió la cremallera del vestido = de rits van de jurk ging stuk
Om uit te drukken wie het betreft, gebruikt het Spaans in dit soort zinnen het persoonlijk voornaamwoord (me, te, le, nos, os, les). Anders dan in het Nederlands blijft het bezittelijk voornaamwoord achterwege als de bezitter duidelijk is.
Pasé un fin de semana en Madrid y, (zonder dat ik er erg in had) ........ , gasté mil euros.
entre pitos y flautas = zonder er erg in te hebben, om de een of andere reden
flauta = fluit
pito = fluitje
arpa = harp
guitarra = gitaar
órgano = orgel
violín = viool
© 2019 - NU Beter Spaans is een initiatief van Martin van Toll Producties in samenwerking met de redactie van NU Beter Spaans |