14511 actieve gebruikers

Inloggen bestaande gebruiker
Aanmelden nieuwe gebruiker

Naar mobiele versie



Voornaamwoorden | persoonlijk vnw.


El pronombre personal

(Het persoonlijk voornaamwoord)

 

 

vormen en betekenis

 

 

onderwerp  

na

voorzetsel

meewerkend 

voorwerp

lijdend

voorwerp 

yo

ik

 

mij

me

(aan) mij

me

mij

jij

 

ti

jou

te

(aan) jou

te

jou

él

hij

ella

zij

usted

u

 

él

hem

ella

haar

usted

u

le

(aan) hem

le

(aan) haar

le

(aan) u

lo

hem

la

haar

lo / la

u

nosotros

nosotras

wij

nosotros

nosotras

wij

nos

nos

(aan) ons

nos

nos

ons

vosotros

vosotras

jullie

vosotros

vosotras

jullie

os

os

(aan) jullie

os

os

jullie

ellos
zij

ellas
zij

ustedes
u

ellos
hen

ellas

hen

ustedes

u

les

hun / aan hen

les

hun /aan hen

les

(aan) u

los

hen

las

hen

los / las

u

 

U - enkelvoud/meervoud

Het woord usted dient om één persoon met u aan te spreken

Het woord ustedes dient om meerdere personen met u aan te spreken.

 

Meervoud: mannelijk/vrouwelijk

De mannelijke vormen nosotros, vosotros en ellos duiden óf mannelijke personen aan óf mannelijke en vrouwelijke personen samen.

De vrouwelijke vormen nosotras, vosotras en ellas duiden alleen vrouwelijke personen aan.

 

 

gebruik als onderwerp

 

Het persoonlijk voornaamwoord als onderwerp wordt in het Spaans meestal niet gebruikt, omdat de uitgang van de persoonsvorm al aangeeft om welke persoon het gaat.

 

Het persoonlijk voornaamwoord als onderwerp wordt wel gebruikt als het gaat om:

- de persoon te benadrukken 

- een tegenstelling duidelijk te maken.

- onduidelijkheid te voorkomen

- het zelfstandig gebruik

  • ¿Quién sale con nosotros? - Yo, yo quiero salir con vosotros.
    (Wie gaat met ons uit? - Ik, ik wil met jullie uitgaan.)
  • Ellos van a Amberes pero nosotros vamos a Madrid.
    (Zij gaan naar Antwerpen, maar wij gaan naar Madrid.)
  • Ana y Pedro entran en el metro. Ella se sienta, él no.
    (Ana en Pedro gaan de metro in. Zij zit, hij niet.)
  • ¿Y , Alberto? ¿Qué quieres, té o café?
    (En jij, Alberto? Wat wil jij, thee of koffie?)

 

gebruik als lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp samen

 

Bij twee persoonlijke voornaamwoorden in één zin, één als meewerkend voorwerp (MV) en één als lijdend voorwerp (LV), is de volgorde anders dan in het Nederlands. In het Spaans gaat het MV vooraf aan het LV. Bijvoorbeeld:

  • El libro, te lo doy.
    (Het boek, ik geef het jou.)

Bij een combinatie van een MV en een LV in de derde persoon wordt het MV se:

 

le(s) lo(s) > se lo(s)

le(s) la(s) > se la(s)

 

bijvoorbeeld:

  • El paquete, se lo mando.
    (Het pakket, ik stuur het u.)

 

plaats mewerkend voorwerp en/of lijdend voorwerp als persoonlijk voornaamwoord

De persoonlijke voornaamwoorden als MV en/of LV komen als regel vóór de persoonsvorm:

  • Hoy te envío un e-mail.
    (Vandaag stuur ik je een mail.)

Persoonlijke voornaamwoorden worden áchter het werkwoord geplaatst en eraan vast geschreven in de volgende drie gevallen:

 

a) bij een infinitief

b) bij een gerundio

c) bij een gebiedende wijs bevestigend

Bijvoorbeeld:

  • No hay naranjas. Voy a comprarlas mañana.
    (Er zijn geen sinaasappels. Ik ga ze morgen kopen.)
  • ¿Dónde está el gato? Estoy buscándolo.
    (Waar is de kat? Ik ben hem aan het zoeken.)
  • Dame el periódico, por favor.
    (Geef mij de krant, alstublieft.)

 

De plaats waar de oorspronkelijke klemtoon van het werkwoord valt, verandert niet. Bij toevoeging van persoonlijke voornaamwoorden kan een accentteken nodig zijn. Bijvoorbeeld:

  • Estamos buscando.
    (Wij zijn aan het zoeken.)
  • Estamos buscándola.
    (Wij zijn haar aan het zoeken.)

 

Bij (hulp)werkwoorden zoals deber, querer, estar en ir a gevolgd door een ander werkwoord in de infinitief of gerundio, kunnen de persoonlijke voornaamwoorden als MV en/of LV ook voor de persoonsvorm worden geplaatst.

  • Debes dármelo.
    Me lo debes dar.
    (Je moet het mij geven.)
  • ¿Quieres ayudarme?
    ¿Me quieres ayudar?
    (Wil je mij helpen?)
  • Estamos pintándolo.
    Lo estamos pintando.
    (Wij zijn het aan het schilderen.)
  • Mi chaqueta, voy a quitármela.
    Me la voy a quitar.
    (Mijn jasje, ik ga het uitdoen.)

 

verdubbeling van LV en MV

Als het LV of MV voorafgaat aan de persoonsvorm, dient dit herhaald te worden door het

persoonlijk voornaamwoord.

  • A mi tío no lo veo nunca.
    (Mijn oom zie ik nooit.)
  • A mi amiga le regalo un libro.
    (Mijn vriendin doe ik een boek cadeau.)

 

versterking/verduidelijking van het persoonlijk voornaamwoord

Persoonlijke voornaamwoorden als MV en/of LV kunnen worden versterkt of verduidelijkt door a + persoonlijke voornaamwoord of zelfstandig naamwoord.

  • A mí me gusta el café.
    (Ík houd van koffie.)
  • A mi vecino no le importa nada el ruido.
    (Mijn buurman maakt het lawaai niets uit.)
  • ¿A ti te parece buena idea?
    (Wat vind jíj van het idee?)

 

gebruik na voorzetsels

Na de voorzetsels entre, excepto, menos, salvo en según worden de onderwerpsvormen yo en gebruikt.

  • Según yo eso es mentira.
    (Volgens mij is dat niet waar.)

Het voorzetsel con (met), gevolgd door mi, ti of si, verandert in:

  • conmigo (met mij), contigo, (met jou), consigo (bij zich)







Beter Spellen  Beter Rekenen  NU Beter Engels  NU Beter Duits  NU Beter Frans  NU Beter Spaans  Beter Bijbel  

© 2019 - NU Beter Spaans is een initiatief van  Martin van Toll Producties

in samenwerking met de redactie van NU Beter Spaans