Leuk Spaans Leren

¡que tengas suerte! = dat je succes mag hebben!, succes toegewenst!

en el examen = op/bij het examen

tengas: subjuntivo (tú) van tener (ie) = hebben

In zinnen waarin een wens wordt uitgedrukt, wordt de subjuntivo gebruikt.

tienes = jij hebt (indicativo)

Het Teatro Real van Madrid heeft de prijs voor het beste operagezelschap ter wereld in de wacht gesleept. 

mejor = beter, best

más bueno, -a = braver, braafst

mayor = groter, grootst

Canadá: als een woord eindigt op een klinker, valt de klemtoon op de voorlaatste lettergreep. Maar de naam Canadá wordt in het Spaans uitgesproken met de klemtoon op de laatste a. 

canadiense (kleine letter bij nationaliteit) = Canadees

pan comido (letterlijk: gegeten brood) = een fluitje van een cent, appeltje-eitje

ergens je tanden inzetten = hundir los dientes en algo

het was noch gemakkelijk noch moeilijk = no fue fácil ni difícil