Leuk Spaans Leren

sobre = over

cerca de = in de nabijheid van; (dicht)bij

contra = tegen

encima = (boven) op

peluquera = kapster

derecha = rechts

mujer = vrouw

cabellera = haardos; haarstukje; pruik

cabezona = koppig persoon

peluca = pruik

Anders dan het Nederlands gebruikt het Spaans altijd een bepaald lidwoord voor woorden die een titel of aanspreekvorm aanduiden, als het over de persoon gaat.

¿Está la Sánchez? = Is die Sánchez er? (ironisch gebruik)

Ignacio gaat slechts een maand in een apotheek in Canada werken.

Canadá: de klemtoon valt op de laatste lettergreep. Dit is een uitzondering op de regel. Normaal valt de klemtoon op de voorlaatste lettergreep wanneer een woord eindigt op -a.

Bij de andere woorden valt de klemtoon op de hierna vetgedrukte klinker: farmacia, Ignacio, solamente.