MOB-versie | Naar grote versie



aanwijzend vnw.

El pronombre demostrativo

(Het aanwijzend voornaamwoord)

 

 

vormen

 

deze, dit  

(hier) 

die, dat

(bij jou,
jullie, u)  

die, dat

(daarginds)

 

enkelvoud  

mannelijk

este         ese aquel libro           

enkelvoud

vrouwelijk

esta esa aquella casa

meervoud

mannelijk

estos esos aquellos libros

meervoud

vrouwelijk

estas esas aquellas casas
onzijdig esto eso aquello  

 

De aanwijzende voornaamwoorden este, ese en aquel worden verbogen als een bijvoeglijk naamwoord en richten zich in geslacht en getal naar het zelfstandig naamwoord waar ze bij horen of naar verwijzen.

 

Naast deze vormen kent het Spaans de onveranderlijke, onzijdige vormen esto, eso en aquello die niet specifiek naar een mannelijk of vrouwelijk zelfstandig naamwoord verwijzen.

 

 

gebruik

 

este (deze, dit) wordt gebruikt om iets dichtbij de spreker in plaats of tijd aan te geven.

  • Este libro que tengo aquí, es muy antiguo.
    (Dit boek dat ik hier heb, is erg oud.)

 

ese (die,dat) wordt gebruikt om iets of iemand dichtbij de toegesprokene in plaats of tijd aan te geven.

  • Ese libro que tiene usted ahí, me gusta mucho.
    (Dat boek dat u daar hebt, bevalt me zeer.)

 

aquel (die,dat daarginds) wordt gebruikt om iets of iemand verder weg aan te geven.

  • En aquella casa, allí sobre la montaña, tienen muchos perros.
    (In dat huis, daar boven op de berg, hebben ze veel honden.)

 

Verschillen met het Nederlands

Als 'die van' / 'dat van' geen aanwijzende betekenis heeft, gebruikt men in het Spaans het bepaald lidwoord.

  • Mis hermanas tienen perros de raza. El de Clara es un labrador, el de Sofía es un chihuahua.
    (Mijn zussen hebben rashonden. Die van Clara is een labrador, die van Sofía is een chihuahua.)

 

In het Spaans gebruikt men vaak het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp waar het Nederlands aanwijzende voornaamwoorden gebruikt.

  • ¿No lo sabías?
    (Wist je dat niet?)

 

Waar het Nederlands een aanwijzend voornaamwoord gebruikt als onderwerp, blijft dit in het Spaans vaak onvertaald.

  • Es una mentira.
    (Dat is een leugen.)

NB Soms staat een aanwijzend voornaamwoord achter een zelfstandig naamwoord (dat voorafgegaan wordt door een lidwoord) om dat zelfstandig naamwoord meer nadruk te geven:

  • El coche ese no me gusta.
    (Die auto vind ik niet mooi.)

Mismo = zelf, dezelfde, hetzelfde, zelfs

 

Ook het bijvoeglijk mismo, dat meestal achter een zelfstandig naamwoord of een voornaamwoord staat, kan men als aanwijzend voornaamwoord beschouwen. Wat geslacht en getal betreft, volgt mismo de  algemene regel van de bijvoeglijke naamwoorden.

 

Mismo = dezelfde, hetzelfde, eigen

 


Mismo (dezelfde,hetzelfde, eigen) staat óf tussen een lidwoord en een zelfstandig naamwoord, óf met het lidwoord alleen. Het kan in deze betekenis vervangen worden door propio.

  • Siguió el mismo camino. (Hij volgde dezelfde weg.)
  • en mi misma (propia) familia (in mijn eigen familie)
  • el mismo día, el propio día (dezelfde dag)

 

Mismo =  zelfs

Mismo kan ook zelfs betekenen. Het staat dan tussen een bepaald lidwoord en een zelfstandig naamwoord.

  • el mismo rey = hasta el rey (zelfs de koning)
  • en la misma Francia = zelfs in Frankrijk