MOB-versie | Naar grote versie



klok

Hoe laat is het? - ¿Qué hora es?

Wil je weten hoe laat het is, dan is de vraag:

  • ¿Qué hora es?
    of
  • ¿Tiene(s) hora?

Es la una. Het is 1 uur.
Son las dos. Het is 2 uur.
Son las ocho. Het is 8 uur.
Es la una y cuarto. Het is kwart over 1.
Son las dos y veinticinco. Het is 5 voor half 3.
Son las tres y media. Het is half 4.
Son las cuatro menos veinticinco. Het is 5 over half 4.
Son las cinco menos cuarto. Het is kwart voor 5.
Son las seis menos cinco. Het is 5 voor 6.

 

De klok wordt in het Spaans in twee helften verdeeld. Wat vóór het half uur komt, wordt aangegeven met het hele uur + y (= en); wat na het half uur komt, wordt aangegeven met het volgende hele uur + menos (= min).

 

Zolang de één in de klok staat, wordt de werkwoordsvorm es gebruikt; als de twee of meer in de klok staat, wordt de vorm son gebruikt.

  • Es la una y media.
    (Het is half twee.)
  • Son las doce y media.
    (Het is half een.)

Een half uur wordt aangeven met y media, een kwartier met y cuarto of menos cuarto.

  • Son las once y media.
    (Het is half twaalf.)
  • Son las seis y cuarto.
    (Het is kwart over zes.)
  • Son las tres menos cuarto.
    (Het is kwart voor drie.)

 

Extra:

  • Es mediodía.
    (Het is 12 uur 's middags.)
  • Es medianoche.
    (Het is 12 uur 's nachts, het is middernacht.)
  • Son las tres en punto.
    (Het is precies drie uur.)
  • Son las ocho y pico.
    (Het is even over achten.)

Als men wil preciseren om welk gedeelte van de dag het gaat, voegt men eventueel toe:

  • de la madrugada ('s ochtends vroeg)
  • de la mañana ('s ochtends, tot ongeveer 14.00 uur)
  • de la tarde ('s middags /'s avonds, tot het donker wordt)
  • de la noche ('s avonds/'s nachts)

In Spanje zegt men:

  • Son las tres menos cinco.
    (Het is vijf voor drie.)

In Latijns-Amerika:

  • Son las cinco para tres.
    (Het is vijf voor drie.)

 

Als je wilt weten hoe laat iets gebeurt dan is de vraag: ¿A qué hora … ?

  • ¿A qué hora llega el tren?
    (Hoe laat komt de trein aan?)

In het antwoord komt het voorzetsel a terug:

  • El tren llega a las ocho y veinte.
    (De trein komt aan om twintig over acht.)

Andere manieren om aan te geven hoe laat het is:

  • ¿Qué hora es?
  • 19.48: (Son) las diecinueve (horas) (y) cuarenta y ocho.
  • ¿A qué hora llega el tren?
    A las 15.23: A las quince (horas) (y) veintitrés





Help | Contact  |  Instellingen  |  


Beter Spellen Beter Rekenen NU Beter Engels NU Beter Duits NU Beter Frans NU Beter Spaans Beter Bijbel



Martin van Toll Producties
in samenwerking met
Fundgrube Deutsch