El adverbio
functies
Bijwoorden zeggen iets van een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord, een ander bijwoord of een hele zin. Zij geven aan:
de manier waarop:
de plaats waar:
de plaats (in de vorm van een voorzetselbijwoord):
het tijdstip waarop:
de graad waarin:
vormen
Veel bijwoorden worden gevormd door -mente achter de vrouwelijke vorm van het bijvoeglijk naamwoord te plaatsen:
Bijwoorden op -mente worden uitgesproken alsof het twee woorden zijn, met een klemtoon op het grondwoord én een klemtoon op -mente. Wordt het oorspronkelijke woord geschreven met een klemtoonteken, dan wordt dat ook geschreven op het bijwoord; zo is van het bijvoeglijk naamwoord común (=gewoon) het bijwoord comúnmente (=gewoonlijk) afgeleid.
Sommige bijwoorden hebben de vorm van het bijvoeglijk naamwoord mannelijk enkelvoud: temprano, alto, bajo, pronto, recio, caro, barato.
Een aantal bijwoorden kan twee vormen aannemen: de vorm -mente naast de vorm van het bijvoeglijk naamwoord mannelijk enkelvoud.
bijwoordelijke combinaties
In het Spaans bestaan veel bijwoordelijke combinaties: samenstellingen van twee bijwoorden, een voorzetsel plus een bijwoord, e.d.
abajo | beneden |
adonde |
waarheen (betrekkelijk bijwoord) |
¿adónde? |
waarheen (vragend bijwoord) |
afuera | naar buiten |
ahora mismo | nu meteen, zo dadelijk |
a la larga | op den duur |
a lo largo | in de lengte |
a la vez | tegelijkertijd |
a mediados | halverwege |
a menudo | vaak |
a tiempo | op tijd |
a todo costa | per se; tot iedere prijs |
a veces | soms |
al contrario | integendeel |
al principio | in het begin |
alguna vez | soms |
anteayer | eergisteren |
antes de nada | als eerste |
antes que nada | bovenal |
aquí al lado | hiernaast |
aquí enfrente | hiertegenover |
aquí mismo | precies hier |
alguna vez | een keer |
atrás | achter(aan), achteruit |
¿cada cuánto (tiempo)? | hoe vaak? |
cada tanto | zo nu en dan |
casi de inmediato | bijna meteen |
cerca de aquí | hier ergens, hier vlakbij |
¿cómo de bien? (schrijftaal) |
hoe goed? |
con el tiempo | mettertijd, op den duur |
cuanto antes | zo snel mogelijk |
¿cuán bien? | hoe goed? |
de aquí para allá | van hier naar daar |
de inmediato | meteen, onmiddellijk |
de menos | te weinig |
de prisa, deprisa | haastig |
de pronto | ineens |
de repente | plotseling |
de todos modos | in ieder geval |
de vez en cuando | zo nu en dan |
dentro de poco | binnenkort |
desde entonces | sindsdien |
después | daarna |
detrás | erachter, achterin |
en alguna parte | ergens |
en cambio | daarentegen |
en ocasiones | soms, bij gelegenheid |
en primer lugar | op de eerste plaats |
en seguida | onmiddellijk |
en serio | in ernst, serieus |
en total | kortom |
en vano | tevergeefs |
hoy mismo | vandaag nog |
lo antes posible | zo snel mogelijk |
más o menos | min of meer |
más que nunca | meer dan ooit |
muchas veces | vaak |
otra vez | nogmaals |
pasado mañana | overmorgen |
pocas veces | soms |
poco a poco | langzamerhand |
por ahora | voorlopig |
por aquí | hier ergens |
por este lado | hierlangs |
por lo pronto | voorlopig |
por primera vez | voor het eerst |
por ejemplo | bijvoorbeeld |
por poco | bijna |
por separado | afzonderlijk, apart |
primeramente |
eerst |
raras veces | zelden |
una vez | eens |
varias veces | verscheidene malen |
ya no | niet meer |
bijwoorden van plaats en tijd
¿adónde? | waarheen? |
antes | vroeger |
afuera | buiten |
allá | daar |
alrededor de | omstreeks, ongeveer |
apenas | nauwelijks |
aquí | hier |
arriba | boven |
abajo | beneden |
cerca | vlakbij |
donde | waar (betrekkelijk bijwoord) |
¿dónde? | waar? (vragend bijwoord) |
delante | voorop; aan de voorkant |
dentro | binnen, erin, binnenin |
después | daarna, later |
detrás | achteraan, achterin |
enfrente | aan de overkant |
lejos | ver |
nunca | nooit |
pronto | spoedig |
NB Deze bijwoorden krijgen in combinatie met het voorzetsel de de functie van een voorzetsel en worden in het Nederlands vaak iets anders vertaald.
bijvoorbeeld:
bijwoorden in het Nederlands, werkwoordconstructies in het Spaans
acabar de + infinitief | zojuist |
gustar + infinitief | graag |
dejar de + infinitief | niet meer |
no tardar en + infinitief | spoedig |
seguir+ gerundio | nog steeds |
soler + infinitief | meestal |
volver a + infinitief | weer |
hace + hoeveelheid tijd | (hoeveelheid tijd) geleden |
reciente, recientemente, recién
Bij het bijvoeglijk naamwoord reciente (recent) hoort het bijwoord recientemente (onlangs).
Recientemente wordt ingekort tot recién vóór een voltooid deelwoord/bijvoeglijk naamwoord.
muy, tan, mucho, tanto
muy (= zeer, erg) en tan (zo) worden gebruikt voor een bijvoeglijk naamwoord of bijwoord:
mucho (= zeer, erg, veel) en tanto (zoveel) worden gebruikt bij een zelfstandig naamwoord, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord of bijwoord in de vergrotende trap:
NB De combinatie muy mucho is onjuist.
In antwoorden op vragende zinnen wordt mucho gebruikt, als het bijvoeglijk naamwoord of bijwoord niet wordt herhaald.
opeenvolging van bijwoorden
Bij een opeenvolging van bijwoorden eindigend op -mente behoudt enkel het laatst gebruikte de volledige vorm; elders wordt -mente weggelaten en blijft alleen het vrouwelijk enkelvoud van het adjectief over.