es = het is; ser = zijn. Je gebruikt ser om de dag van de week aan te duiden.

hoy = vandaag

lunes = maandag

Estamos/somos a: deze opties zijn hier niet van toepassing.

Aafje, Fiene en Katrien zijn Hollandse meisjes.

Holandés, holandeses heeft de vrouwelijke vorm holandesa, holandesas. Het accent is overbodig omdat 'holandesa, holandesas' eindigen op een a en op een s.

De woorden 'hollandais, olandés' bestaan niet.

kilómetro = kilometer

In het Spaans valt de klemtoon op de eerste o. Daarom staat er op deze o een accent. 

In tegenstelling tot het Nederlands staan maten en gewichten boven de één in het meervoud: un kilómetro, dos kilómetros.

los domingos = 's zondags, zondag (in het algemeen)

excursión = excursie, tocht

Ik denk dat jouw probleem niet zo ernstig is.

tu = jouw (bezittelijk voornaamwoord)

tú = jij (persoonlijk voornaamwoord)