Me quité la ropa, (ik deed aan) ........ el bañador y fui a la playa.
Ik trok mijn kleren uit, ik deed mijn zwembroek aan en ik ging naar het strand.
me puse: indefinido (yo) van ponerse = (kleding) aandoen
In deze zin gebruik je de indefinido, omdat het om opeenvolgende, afgesloten handelingen in het verleden gaat.
me ponía: imperfecto (yo)
Me subieron el sueldo con un 10% hace ........ .
Vier weken geleden heb ik een loonsverhoging gehad van 10%.
hace = geleden
een week geleden = hace una semana
anteayer = eergisteren
el mes pasado = afgelopen maand
en agosto = in augustus
Rayén es hispanoamericana y vive en los ........ .
Estados Unidos = Verenigde Staten
hispanoamericano, -a = Latijns-Amerikaans(e)
estadounidense = inwoner van de Verenigde Staten; van de Verenigde Staten
De woorden Estadounidienses en Unidos Estados bestaan niet.
Continúa (het noodweer) ........ de nieve, frío y lluvia.
Het noodweer met sneeuw, koude en regen houdt aan.
temporal = noodweer
tormenta = onweer; storm