Juanita es viva.
ser vivo, -a = levendig zijn
estar vivo, -a = levend zijn
Er zijn nog meer bijvoeglijke naamwoorden die een verschillende betekenis hebben naargelang je ser of estar gebruikt: listo, rico, bueno, malo.
Mi compañero Kostas es de (Griekenland) ........ . Es griego.
Mijn collega Kostas komt uit Griekenland. Hij is Grieks.
Grecia = Griekenland
De andere opties zijn niet correct.
El ejercicio está en la página 204.
Men zegt zowel página doscientos (met vooral aandacht voor het telwoord) als página doscientas (waarbij het zelfstandig naamwoord meer de aandacht vraagt).
De vormen doscientos y cuatro, doscientas cuatros, doscientas y cuatro bestaan niet.
ejercicio = oefening
(Beterschap!) ........
mejorarse = beter worden
¡adelante! = vooruit!; binnen!
¡ánimo! = kop op!, succes!, sterkte!
¡mucha fuerza! = veel sterkte!