(Mijnheer Castro leest altijd interessante boeken.)
El señor Castro siempre ........ libros interesantes.
leer = lezen
lee = hij /zij /u leest
leo = ik lees
lees = jij leest
lea = dat hij leest (subjuntivo)
¿Conoces (het gedicht) ........ Y yo me iré?
el poema, la poesía = het gedicht
poesía = gedicht; dichtkunst
el, la poeta = dichter
Y yo me iré (En ik zal weggaan) is een gedicht van de Spanjaard Juan Ramón Jiménez (1881-1958). Hij kreeg de Nobelprijs voor Literatuur twee jaar voor hij overleed.
Su marido tiene sesenta y siete años.
66 = sesenta y seis
67 = sesenta y siete
76 = setenta y seis
77 = setenta y siete
Los estudiantes van a hacer (gymnastiek) ........ .
gimnasia = gymnastiek
gimnasio = sportzaal
De woorden gymnasia, gymnasio zijn niet correct (gespeld).