No hay nadie que te (begrijpt) ........ .
De subjuntivo wordt gebruikt in betrekkelijke bijzinnen met (nog) onbekend/niet specifiek antecedent: no ... nadie.
De indicativo entiende is hier niet correct.
Ese libro, ¿por qué ........ prestas?
prestar = (uit)lenen
Correcte volgorde: ontkenning (no) + meewerkend voorwerp (me) + lijdend voorwerp (lo).
Mi novia suele rizar el rizo y eso me desespera.
rizar el rizo = de dingen nodeloos ingewikkeld maken; de dingen op de spits drijven (letterlijk: de haarkrul krullen)
soler (ue) = de gewoonte hebben
gewichtig doen = darse tono, hacerse el interesante
iemand publiekelijk belachelijk maken = ridiculizar a alguien, poner a alguien en ridículo, -a
uitgaan = ir de juerga
Sus comentarios fueron recibidos con abucheos.
abucheo = boegeroep
belediging = insulto
hoerageroep = vítores (meervoud)
spot, hoon = burla