- Pero, ¿dónde está Alberto?
- No sé, ........ un momento.
habrá salido = hij zal zijn weggegaan. Met deze constructie druk je een veronderstelling uit.
saldrá = hij zal weggaan
sale = hij gaat weg
(Toen puntje bij paaltje kwam) ........ , el testigo no apareció ante el tribunal.
als/toen puntje bij paaltje komt/kwam/zal komen = a la hora de la verdad
testigo = getuige
tribunal = rechtbank
a decir verdad, ... = eerlijk gezegd, ...
de/en verdad = serieus, werkelijk
Wedden van wel!
¡a que sí! = wedden van wel!
para que = opdat
ya que, puesto que = aangezien
En España hay actualmente problemas de sequía. (De stuwmeren) ........ están muy bajos.
pantano = stuwbekken, stuwmeer
avalancha = lawine
esclusa = sluis
torrente = (snelstromende) beek, stroom