Mariano (zag er heel mooi uit) ........ cuando se presentó a Eva.
estar guapísimo, -a = er heel mooi uitzien (tijdelijke situatie)
ser guapísimo, -a = heel mooi zijn (vaste eigenschap)
estaba guapísimo: de imperfecto wordt gebruikt omdat het gaat om een beschrijving op de achtergrond tegenover de afgesloten handeling (indefinido) in de bijzin op de voorgrond.
Caperucita Roja no podía hablar con extraños, ........ su madre se lo había prohibido.
pues = want; nou
Caperucita Roja = Roodkapje
así que = zodat
para que (+ subjuntivo) = opdat
sin embargo = toch
Felipe II estableció ........ en Madrid en el año 1561.
la corte = het hof, de hofhouding
el corte = de snit
establecer = vestigen
Filips II (1527) was heerser over het Spaanse Castilië en Aragón van 1556 tot aan zijn overlijden in San Lorenzo de El Escorial in 1598.
¡No tengas reparo!
¡no tengas reparo! = geneer je niet!
laat de moed niet zakken! = ¡no te desanimes!
maak je geen zorgen! = ¡no te preocupes!
zit niet te liegen! = ¡no mientas!