No sirve ........ nada.
Het dient nergens toe.
para = voor, om te
por = door, vanwege
Tengo las manos (vies) ........ .
Ik heb vieze handen.
sucio, -a = vies; smerig
feo, -a = lelijk
limpio, -a = schoon; netjes; proper
vacío, -a = leeg
- ¿Vas a comprar un coche alemán?
- No, prefiero ........ de Corea.
- Ga je een Duitse auto kopen?
- Nee, ik heb liever een Koreaanse.
preferir(ie) = prefereren; liever hebben
Als het onbepaald lidwoord (un, una) zelfstandig wordt gebruikt, krijgt dit lidwoord het geslacht en getal van het weggelaten zelfstandig naamwoord.
Elisa tiene muchos peques.
peque (afgeleid van pequeño, -a) = (spreektaal) klein kind, ukkie
aanbidder = admirador
sproetje = peca
teenslipper = chancla