(Na het strijken leg ik de kleren in de kast.)
Después de planchar ........ la ropa en el armario.
pongo = ik leg/zet (onregelmatige ik-vorm van 'poner')
pones = jij legt/zet
pone = hij/zij/u legt/zet
De vorm 'pono' komt niet voor.
Las bodegas en La Rioja abren hoy sus (poorten) ........ al público.
De wijnkelders in Rioja openen vandaag hun deuren voor het publiek.
la puerta = de deur; de poort
el puerto = de haven
El tren sale (om 9.12 uur) ........ .
¿Qué estilo de (kleding) ........ te gusta?