Si no lo (ik zie) ........ , no lo creo.
Na het voegwoord si volgt geen subjuntivo in de tegenwoordige tijd.
Si necesitas ayuda, no dudes ........ decírmelo.
dudar en + infinitief = aarzelen + infinitief
De andere opties zijn niet correct.
Malú apunta siempre (wat) ........ tiene que comprar.
lo que = wat, dat wat (in de betrekkelijke bijzin)
De andere combinaties zijn hier niet correct.
Mi media naranja está siempre de buen humor.
mi media naranja = mijn wederhelft, letterlijk: mijn halve sinaasappel
estar de buen humor = goedgeluimd zijn
fruitteler = fruticultor
postbode = cartero
vennoot = socio