(John komt uit de Verenigde Staten. Hij is Amerikaan.)
John es de Estados Unidos. Es ........ .
Nationaliteitsaanduidingen worden in het Spaans zonder hoofdletter geschreven.
Estados Unidos = Verenigde Staten
De andere vormen zijn niet correct.
(In de cursus Spaans maken de studenten grammaticaoefeningen.)
En el curso de español los estudiantes ........ ejercicios de gramática.
hacer = maken, doen
hacen = zij maken
hace = hij/zij/u maakt, doet
hacéis = jullie maken, doen
Mi abuela tiene (een klok) ........ de cuco.
reloj de cuco = koekoeksklok
reloj = klok; horloge
campana = bel (in klokvorm)
campanada = klokgelui
timbre = bel, deurbel
¿(Hoe oud is) ........ Isabel?
tener X años = X jaren oud zijn
¿cuántos años? = hoeveel jaren?
¿cuántos años tiene? = hoe oud is?
In spreektaal hoor je ook wel eens ¿Qué años tiene?
De andere combinaties zijn niet correct.