14523 actieve gebruikers

Inloggen bestaande gebruiker
Aanmelden nieuwe gebruiker

Naar mobiele versie



Zelfstandig naamwoord | geslacht


El sustantivo 

Het zelfstandig naamwoord

 

In het Spaans zijn de meeste zelfstandige naamwoorden óf mannelijk óf vrouwelijk:

 

zelfstandige naamwoorden die eindigen op -o zijn over het algemeen mannelijk:

  • el amigo = de vriend
  • el teléfono = de telefoon

zelfstandige naamwoorden die eindigen op -a zijn over het algemeen vrouwelijk:

  • la amiga = de vriendin
  • la casa = het huis

Mannelijk zijn doorgaans ook:

de namen rivieren, bergen, zeeën en windstreken

  • los Andes, el Monte Perdido
  • el Guadalquivir, el Amazonas (=de Amazonerivier)
  • el Mediterráneo (=de Middellandse Zee)
  • el norte (=het noorden), el sur (= het zuiden), el oeste (= het westen), el este (= het oosten)

de namen van kleuren, getallen en dagen van de week

  • el rojo (= rood)
  • un tres = een drie
  • el lunes (= maandag)

de namen van bioscopen, hotels, automerken

  • el Luxor
  • el (hotel) Miramar
  • un Seat

woorden, afkomstig uit het Grieks, met uitgang -ma 

  • el problema (= het probleem)
  • el poema (= het gedicht)
  • el panorama (= het panorama)

Uitzondering: la víctima (= het slachtoffer)

 

woorden die eindigen op -or, -al, -aje 

  • el olor (= de geur)
  • el hostal (= het logement)
  • el castor (= de bever)
  • el viaje (= de reis)

Vrouwelijk zijn gewoonlijk de namen van eilanden en letters van het alfabet:

  • las Baleares
  • la efe (de f)

NB

Het geslacht van deze zelfstandige naamwoorden is af te leiden van de soortnamen die zijn weggelaten:

el monte (de berg), el río (de rivier), el mar (de zee), el cine (de bioscoop), el hotel (het hotel), el coche (de auto), el color (de kleur), el día (de dag), el punto cardinal (de windstreek), la isla (het eiland), la letra (de letter), etc. 

 

Vrouwelijk zijn meestal ook de woorden die eindigen op -ión, -dad, -ez, -tud

  • la educación (=de opvoeding, het onderwijs)
  • la vejez (= de ouderdom)
  • la universidad (= de universiteit)
  • la multitud (= de menigte)

 

Uitzonderingen op de regels -o/-a

 

Woorden op -a  die mannelijk zijn (vaak afkomstig uit het Gieks, zie ook boven):

  • el clima = het klimaat
  • el día = de dag
  • el diploma = het diploma
  • el idioma = de taal
  • el mapa = de landkaart
  • el planeta = de planeet
  • el poema = het gedicht
  • el problema = het probleem
  • el programa = het programa
  • el sistema = het systeem
  • el tema = het thema
  • el tranvía = de tram

 

Vrouwelijke woorden op -o 

  • la foto = de foto
  • la mano = de hand
  • la moto = de motorfiets
  • la radio = de radio

 

Zelfstandige naamwoorden die eindigen op een -e kunnen mannelijk of vrouwelijk zijn:

  • el nombre = de naam
  • el restaurante = het restaurant
  • la calle = de straat
  • la gripe = de griep
  • la tele = de televisie

Zelfstandige naamwoorden die zijn samengesteld uit een werkwoord en een zelfstandig naamwoord, zijn mannelijk, zoals:

  • cumplir años > el cumpleaños = de verjaardag
  • sacar corchos > el sacacorchos = de kurkentrekker
  • espantar pájaros > el espantapájaros = de vogelverschrikker

 De meervoudsvorm blijft dezelfde:

  • los sacacorchos

Zelfstandige naamwoorden die zijn samengesteld uit twee zelfstandige naamwoorden, hebben hetzelfde geslacht als het belangrijkste (vaak het eerste) zelfstandig naamwoord:

  • un puntapié = een trap, schop (una punta con el pie)

Anders dan Nederlandse samengestelde zelfstandige naamwoorden, worden combinaties in het Spaans als volgt gevormd:

zelfstandig naamwoord + de + zelfstandig naamwoord.

Het geslacht is afhankelijk van het eerste (belangrijkste) zelfstandig naamwoord.

  • una repartidora de pizzas = een pizzabezorgster
  • un mercado de quesos = een kaasmarkt
  • la ciudad de Toledo = de stad Toledo

Bijzonderheden bij geslacht 

Bij de aanduiding van personen geldt als algemene regel dat, ongeacht de uitgang:

de zelfstandige naamwoorden die een mannelijk wezen aanduiden mannelijk zijn;

de zelfstandige naamwoorden die een vrouwelijk wezen aanduiden vrouwelijk zijn.

  • el policía = de politieagent
  • la policía = de politieagente

 

Vaak wordt een vrouwelijk persoon aangeduid door achter het mannelijk zelfstandig naamwoord een -a te zetten óf door de -o te veranderen in -a.

  • el director > la directora = de directeur (m/v)

 

Zelfstandige naamwoorden op -ista of op -e hebben gewoonlijk dezelfde vorm voor zowel mannelijke als vrouwelijke personen.

  • el, la artista = de artiest
  • el, la intérprete = de tolk
  • el, la optimista = de optimist
  • el, la pesimista = de pessimist
  • el, la turista = de tourist
  • el, la artista = de artiest

Sommige zelfstandige naamwoorden hebben een dubbel geslacht. Aan het vrouwelijk woord wordt de voorkeur gegeven in dichterlijk taalgebruik.

  • el mar = la mar = de zee
  • el puente = la puente = de brug
  • el arte = el arte (f) = de kunst
    el arte (f) krijgt het mannelijk bepaald lidwoord vanwege de beklemtoonde a. In het meervoud bestaat alleen de de vrouwelijke vorm: las artes.

 

Sommige zelfstandige naamwoorden hebben een verschillende betekenis al naargelang ze mannelijk of vrouwelijk zijn:

  • el barco = het schip
  • la barca = de (roei)boot
  • el gorro = de muts
  • la gorra = de pet
  • el final = het einde
  • la final = de finale

Vrouwelijke zelfstandige naamwoorden die beginnen met een beklemtoonde a of ha, krijgen in het enkelvoud het lidwoord el of un Het bijvoelijk naamwoord blijft wel vrouwelijk.

  • el agua clara = het heldere water
  • el hada buena = de goede fee
  • tener un hambre que no ve = omvallen van de honger

NB

In het meervoud gedragen deze woorden zich volgens de regels: las aguas claras, las hadas buenas.








Beter Spellen  Beter Rekenen  NU Beter Engels  NU Beter Duits  NU Beter Frans  NU Beter Spaans  Beter Bijbel  

© 2019 - NU Beter Spaans is een initiatief van  Martin van Toll Producties

in samenwerking met de redactie van NU Beter Spaans