Vicente se pasó los cinco años en la universidad ........ a jugar a las cartas a diario.
yendo: gerundio van ir
Je gebruikt hier de gerundio ‘yendo‘ om de nadruk op de actie (ir) te leggen.
Dit kan enkel wanneer beide werkwoorden samenvallen in de tijd. Een zin als ‘La víctima fue agredida en su casa, muriendo horas después‘ is bijgevolg foutief.
a diario = elke dag, dagelijks
Julio echa mucho ........ menos a Ana ahora que está en Australia.
(Zonder iets tegen iemand te zeggen) ........ se marchó.
In tegenstelling tot het Nederlands wordt na sin + infinitivo + nada in het Spaans nog een ontkennend onbepaald voornaamwoord gebruikt.
marcharse = weggaan
De combinatie sin a nadie decir nada is niet correct qua volgorde.
De combinatie sin a alguien decir nada is niet correct.
Wat is de juiste aanvulling?
Mi vecino acaba de comprarse un yate.
acabar de + infinitief = zojuist gedaan hebben
yate = (plezier)jacht, plezierboot