MOB-versie | Naar grote versie



klemtoon

Deze pagina gaat over de klemtoon in Spaanse woorden.

 

 

Algemene regel

De klemtoon van een woord wordt bepaald door de letter waarop het woord eindigt. Eindigt het woord op een klinker, of -s of -n, dan ligt de klemtoon op de voorlaatste lettergreep, in andere gevallen op de laatste lettergreep.

Lettergrepen met een accent hebben altijd de klemtoon.

 

Eindigt het woord op -s of -n of een klinker?
Dan ligt de klemtoon op de voorlaatste lettergreep, bijvoorbeeld:

  • gasolina (klemtoon op li)
    (benzine)
  • Amberes (klemtoon op be)
    (Antwerpen)
  • examen (klemtoon op xa)
    (tentamen)

Eindigt het woord op een medeklinker (maar niet -s of -n)?

Dan ligt de klemtoon op de laatste lettergreep, bijvoorbeeld:

  • comer (klemtoon op er)
    (eten)
  • fenomenal (klemtoon op al)
    (fenomenaal)
  • Madrid (klemtoon op id)
    (Madrid)

Atención: bij woorden die in het enkelvoud een accent hebben op de laatste lettergreep, vervalt het accent in het meervoud.

  • un sillón - dos sillones (twee fauteuils)
  • marrón - marrones (bruin)
  • un inglés - dos ingleses (twee Engelsen)

Heeft het woord een accentteken?

Als er een afwijking in de uitspraak op deze regels is, dan krijgt  de lettergreep waar de klemtoon op valt, altijd een geschreven accent, bijvoorbeeld:

  • Panamá (klemtoon op de laatste a)
  • Félix (klemtoon op Fe)
  • Andrés (klemtoon op es)

 

En lettergrepen met een tweeklank?

Er zijn twee soorten klinkers: sterke (a, e, o) en zwakke (i, y, u).
Een zwakke en een sterke klinker vormen samen één lettergreep en worden een diptongo genoemd. De nadruk ligt daarbij op de sterke klinker. Bijvoorbeeld:

  • suerte (nadruk op de eerste e)
    (geluk)
  • sierra (nadruk op de e)
    (bergketen)
  • baila (nadruk op de eerste a)
    (hij/zij danst)

Met een accent kan de zwakke klinker gescheiden worden van de sterke. Het is dan geen diptongo meer, maar twee afzonderlijke lettergrepen. Het accent komt dan op de zwakke klinker. Bijvoorbeeld:

  • Andalucía (accent op de i, klemtoon op de i)
    (Andalusië)
  • país (accent op de i, klemtoon op de i)
    (land)
  • Raúl (accent op de u, klemtoon op de u) 

 

Twee opeenvolgende zwakke klinkers vormen samen één lettergreep. De nadruk ligt daarbij op de tweede klinker. Bijvoorbeeld:

  • ruido (nadruk op de i)
    (ruis)
  • viuda (nadruk op de u)
    (weduwe)

 

Twee opeenvolgende sterke klinkers worden behandeld als twee afzonderlijke lettergrepen. Daarbij gelden de basisregels voor de klemtoon. Bijvoorbeeld:

  • ateo (klemtoon op e)
    (atheïst)
  • creativo (klemtoon op i)
    (creatief)