(Onze zonen van 17 en 19 hebben veel moeite met discipline.)
A nuestros hijos de 17 y 19 años les ........ mucho la disciplina.
costar (ue) = kosten, moeite kosten
Het onderwerp in de zin is 'la disciplina'. De vorm die daarbij hoort is 'cuesta'.
'Costa, costan': deze vormen van het werkwoord bestaan niet.
¿Quién tiene menos (dan) ........ cien puntos?
Wie heeft minder dan 100 punten?
menos de = minder dan
Vóór telwoorden (+ zelfstandige naamwoorden) in bevestigende zinnen, wordt 'menos de /más de' gebruikt (en niet menos que /más que).
En la playa alquilan (ligstoelen) ........ .
Op het strand verhuren ze ligstoelen.
tumbona = ligstoel
sombrilla = parasol
toalla de playa = strandlaken
mecedora = schommelstoel
Tengo las piernas muy pesadas.
zware, vermoeide benen = piernas pesadas
opgezwollen voeten = pies hinchados
behaarde benen = piernas peludas
pijnlijke voeten = pies dolorosos