(Ik ontwerp en ik naai mijn eigen kleding.)
Diseño y ........ mi propia ropa.
coser = naaien; (yo) coso
cocer (ue) = koken; op het kookpunt zijn; (yo) cuezo
De vormen cozo, cueso bestaan niet.
El agua en la piscina es muy (diep) ........ .
profundo, -a = diep
el agua es profunda: vrouwelijk zelfstandige naamwoorden die beginnen met een beklemtoonde a of ha, krijgen in het enkelvoud het mannelijk lidwoord el of un. Het bijvoeglijk naamwoord blijft wel vrouwelijk.
(De grootmoeder van Claudia heeft zestien kleinkinderen.)
La abuela de Claudia tiene ........ nietos.
De getallen 16 tot en met 29 worden als één woord geschreven: dieciséis, diecisiete ... veintinueve. Vanaf 31 tot en met 99 worden ze als drie woorden geschreven: treinta y uno ... noventa y nueve.
De woorden 'diezyseis' en 'deciseis' bestaan niet.
Wat is het tegenovergestelde van de vetgedrukte woorden?
¿Quiénes son los más altos del grupo?
alto, -a = groot; hoog
bajo, -a = klein; laag
¿quiénes son? = wie zijn?
joven = jong
moderno, -a = modern
nuevo, -a = nieuw