No recuerdo que (jij hebt) ........ pagado la factura.
No recuerdo que verlangt hier de subjuntivo in de bijzin. Er is sprake van onzekerheid.
hayas: subjuntivo van het hulpwerkwoord haber (hebben)
habías pagado (indicativo) = jij had betaald
has pagado (indicativo) = jij hebt betaald
La cancha (waarop) ........ se juega a la pelota vasca se llama frontón.
En la que: la verwijst naar het vrouwelijk antecedent la cancha.
De andere combinaties zijn hier onjuist.
Pelota vasca is een traditionele Baskische sport, in het Baskisch jai alai of frontón genoemd.
frontón = hoge groene muur
Los padres de Marifuen están forrados.
estar forrado, -a = een binnenvoering hebben (voor een kledingstuk); welgesteld zijn
buitenshuis zijn = estar fuera de casa
gepensioneerd zijn = estar jubilado, -a
op reis zijn = estar de viaje
El capitán sujetó el buque en el muelle.
sujetar, amarrar = aanleggen, aanmeren
Het werkwoord amarrar komt van het Nederlandse aanmeren.
muelle = kade
cargar = laden
conducir = (be)sturen
suprimir = uit de weg ruimen; weglaten