¡No te lo tomes a mal!
¡no te lo tomes a mal! = trek het je niet aan!
doe geen domme dingen! = ¡no hagas cosas tontas!
drink niet teveel! = ¡no bebas demasiado!
ga er niet vandoor! = ¡no te vayas!
(Zullen we gezellig een koffie nemen?)
¿ ........ un café?
nos tomamos = we nemen 'voor onszelf', we nemen gezellig
Dat nos drukt emotionele betrokkenheid uit, vergelijkbaar met: Dat is me wat!
beber = drinken
coger = pakken
usar = gebruiken
¡Qué cacareo!
¡Qué cacareo! = Wat een gekakel!
Wat een feestgedruis! = ¡Qué jaleo!
Wat een gedoe! = ¡Qué lío!
Wat een vreugde! = ¡Qué alegría!
A mi amigo le gusta el submarinismo.
waterpolo = polo acuático, waterpolo
waterskiën = esquí acuático
schoonspringen = salto artístico