Pienso mucho (aan) ........ ti, mi amor.
Ik denk veel aan jou, lieveling.
pensar (ie) en = denken aan
Dit is een vaste voorzetselcombinatie.
Estamos en (de zomer) ........ .
estamos en verano = (letterlijk: wij zijn in de zomer), het is zomer
en verano = in de zomer
veraneo = zomervakantie
veranillo (de San Martín) = nazomer, warme herfstdagen
Llevo bocadillos. ¿Quieres (eentje) ........ de jamón?
Ik heb broodjes bij me. Wil je er eentje met ham?
el bocadillo = het broodje
Uno (zelfstandig) verwijst naar un bocadillo.
De lidwoorden un, una zijn hier niet correct.
Bruno es un buen chaval.