¿Ya has ........ las maletas?
Heb je de koffers al uitgepakt?
deshacer la(s) maleta(s) = de koffer(s) uitpakken
ya = al, reeds
Deshacer heeft zoals alle samengestelde werkwoorden met hacer een onregelmatig voltooid deelwoord:
hacer => hecho
deshacer => deshecho
De vorm deshacido bestaat niet.
deshaciendo: gerundio = aan het uitpakken
Mafalda habla muy (zachtjes) ........ .
In een aantal gevallen heeft het bijwoord de vorm van het bijvoeglijk naamwoord, bijvoorbeeld in: hablar bajo = zacht praten
De vormen baja, bajamente zijn (hier) niet correct.
Por favor, no pisar.
pisar = betreden
aanraken = tocar
openen = abrir
wildplassen = orinar en público
Le deseo (een verblijf) ........ agradable.
estancia = verblijf
paradero = verblijfplaats
residencia = verblijf, woning, tehuis
temporal = noodweer