A principios del siglo XX muchos españoles (gingen fortuin maken) ........ a Cuba y Argentina.
a principios del siglo XX = aan het begin van de twintigste eeuw
ir a + infinitief = gaan + infinitief
In deze zin wordt de indefinido gebruikt omdat het om een afgesloten handeling in het verleden gaat. De presente perfecto is hier niet correct omdat er geen relatie met het heden is.
(Caridad, ben je moe? Ja, heel erg.)
- Caridad, ¿estás cansada?
- Sí, ........ .
Je zegt: muy cansado,-a. Als je het bijvoeglijk naamwoord weglaat is de reactie niet 'muy' maar 'mucho'.
'Heel erg' wordt hier vertaald met 'mucho'. 'Muchísimo' is ook mogelijk.
De combinatie 'muy mucho' komt niet voor.
'Mucha' is hier niet correct. 'Mucho' zegt iets over het moe zijn, niet over Caridad.
En la cena de gala, ¿quién quiere (aan het hoofd van de tafel zitten) ........ ?
Wie wil op het galadiner de tafel voorzitten?
presidir = voorzitten
poner la mesa = tafel dekken
recoger, quitar, levantar la mesa = de tafel afruimen
Cada día oigo (de klokken) ........ de la iglesia.
campana = klok (in toren)
llamada = klop (op deur); oproep; telefoontje
reloj = klok (die de tijd aangeeft); horloge
timbre = (deur)bel