(Meneer en mevrouw, in welke stad woont u?)
Señor y señora, ¿en qué ciudad ........ ustedes?
viven = u woont (u-meervoud), zij wonen
vive = u woont (u-enkelvoud), hij, zij woont
vivís = jullie wonen
El español tiene influencias del (Arabisch) ........ .
árabe = (het) Arabisch; Arabier. Anders dan in het Nederlands worden de namen van talen en inwoners met een kleine letter geschreven.
De andere mogelijkheden zijn niet juist.
(De uiterste inleverdatum is 1 november.)
La fecha límite de la entrega es ........ .
1 november = el primero de noviembre. 'El uno de noviembre' is ook correct. Alleen bij de eerste van de maand mag het rangtelwoord 'primero' naast het hoofdtelwoord 'uno' worden gebruikt.
uno = een
De combinaties la primera de noviembre, la una de noviembre, el un de noviembre zijn niet correct.
Welk antwoord is correct?
La (olijf) ........ es el fruto del olivo.
De olijf is de vrucht van de olijfboom.
Zowel aceituna als oliva betekenen olijf. In de regio’s Aragón, Cataluña, Valencia en Murcia alsook op de Balearen wordt ook wel het woord oliva (Latijnse oorsprong) gebruikt, terwijl men in de rest van Spanje een sterke voorkeur heeft voor aceituna (Arabische oorsprong).