A Paco no le gusta que lo (jij controleert) ........ .
De hoofdzin drukt een gevoel uit, dat de bijzin beïnvloedt. Het werkwoord in de bijzin staat daarom in de subjuntivo.
¿Cuánto tiempo tarda el autobús ........ llegar a la estación?
tardar en + infinitief = erover doen
Dit is een vaste voorzetselcombinatie.
He visto (nog een ander restaurant) ........ .
Ik heb nog een ander restaurant gezien.
algún otro restaurante = nog een ander restaurant (een tweede restaurant)
algún que otro restaurante = een (of ander) restaurant, een willekeurig restaurant
¿Estoy equivocada cuando digo que Paquito es un notas?
un nota(s) = een aansteller
bekend persoon = famoso
slijmerd = pelota
spelverslaafde = ludópata