¿Quieres agua (of) ........ otra cosa de beber?
Wil je water of iets anders te drinken?
u = of, ofwel (vóór o of h)
o = of, ofwel
De vorm ó bestaat niet.
(Ga jij tussen de middag naar huis?)
¿Vas a casa ........ mediodía?
a mediodía, al mediodía = tussen de middag
De andere opties zijn niet correct.
Tengo miedo.
tener (ie) miedo = bang zijn
estar enfadado, -a = boos zijn
tener hambre = honger hebben
tener sed = dorst hebben
(Iedereen heeft gewonnen in de loterij, behalve ik.)
Todos han ganado en la lotería, excepto ........ .
excepto = behalve, uitgezonderd
excepto yo: na excepto volgt de onderwerpsvorm van een persoonlijk voornaamwoord