Laila, ¡(wacht) ........ un momento!
espera: gebiedende wijs (tú) van esperar (= wachten, hopen)
descansa: gebiedende wijs (tú) van descansar = uitrusten
haz: gebiedende wijs (tú) van hacer = doen, maken
pon: gebiedende wijs (tú) van poner = plaatsen, zetten
(Was je handen!) ........
¡lávate! = gebiedende wijs (tú) van lavarse
Anders dan in het Nederlands wordt in het Spaans geen bezittelijk voornaamwoord gebruikt als duidelijk is wie de 'eigenaar' is. Het 'bezit' blijkt uit het wederkerend voornaamwoord (te).
Welk woord ontbreekt in het volgende spreekwoord?
No es ........ todo lo que reluce.
Het is niet al goud wat er blinkt.
oro = goud
relucir = blinken, stralen, schitteren
luz (la) = het licht
plata = zilver
sol (el) = de zon
Manda el formulario al señor López, Apartado de correos 333, Jaén.
apartado de correos = postbus
manda: gebiedende wijs (tú) van mandar = (ver)sturen
postagentschap = sucursal de correos
Poststraat = Calle del Correo