(María is erg verkouden.)
María ........ muy resfriada.
In deze zin wordt está gebruikt omdat het een lichamelijke omstandigheid van voorbijgaande aard aangeeft.
De vorm es geeft een blijvende eigenschap aan.
(Hebt u deze rok in een ........ maat?)
¿Tiene esta falda en una talla menor?
menor = kleiner
este, -a, -os, -as = deze, dit
mayor = groter
talla = maat
(In Costa Rica zijn meer dan 1450 soorten orchideeën.)
En Costa Rica se encuentran más de ........ tipos de orquídeas.
De volgorde is: duizendtal - hondertal - tiental - eenheid
Het woord y komt alleen tussen de tientallen en de eenheden.
Het telwoord cuatrocientos hoort bij tipos, niet bij orquídeas.
De vertaling van het getal 1450 is niet catorce cien cincuenta.
¿Qué es esto?