Me duele tanto el estómago. Voy al médico (vandaag nog) ........ .
hoy mismo: vaste combinatie (bijwoordelijke uitdrukking)
De andere opties zijn niet correct.
Mi vecino estuvo tres semanas a la sombra.
en la cárcel = in de nor, bajes
bajo un quitasol = onder een parasol
en el Polo Norte = op de Noordpool
en un país escandinavo = in Scandinavië
Welke woorden passen in deze zin?
(De hond moet een kuil graven om een been te verstoppen.)
El perro tiene que ........ un agujero para ........ el hueso.
cavar = graven
enterrar = begraven
agujero = kuil; gat
destapar = onthullen, ontstoppen, een deksel wegnemen
enterar = op de hoogte brengen
tapar = bedekken
El cazador (loste) ........ un tiro.
soltar un tiro = schot lossen
soltar (ue) = losmaken
arrancar = starten; (uit)trekken, losrukken
botar = van stapel laten lopen (scheepvaart); weggooien
liberar = bevrijden; vrijlaten