Estas zapatillas (zijn) ........ de Cristina.
Deze sportschoenen zijn van Cristina.
(bezit) zijn van = ser de
De werkwoordsvorm están (van estar) is hier niet correct.
zapatillas = sportschoenen; pantoffels
Ana necesita un nuevo (pyjama) ........ para las vacaciones.
(Van de drie broers ben ik de oudste. Ik ben 23 jaar oud.)
De los tres hermanos soy el mayor. Tengo ........ años.
veintitrés = drieëntwintig
Tres y veinte, tresiveinte, veinti y tres zijn (hier) niet correct.
En mi casa hay un comedor y (een zitkamer) ........ .
zitkamer, woonkamer = sala de estar, salón
De andere combinaties zijn hier niet correct.