Hay (een geit) ........ en el prado.
Er loopt een geit in de wei.
cabra = geit
gata = poes (gato = kat, kater)
perra = teef, vrouwtjeshond
La pareja de policías (stapt uit) ........ tren.
bajar de = afstappen, uitstappen
pareja = stel, duo
subir a = instappen
escalar = beklimmen
Het werkwoord descalar bestaat niet
Juan tiene un compañero sentimental muy simpático.
compañero sentimental = partner, vaste vriend
collega = compañero de trabajo
mentor = tutor
tweelingbroer = hermano gemelo
Hugo no tiene (geen enkel) ........ problema con la gramática del español.
Hugo heeft geen enkel probleem met de grammatica van het Spaans.
Ninguno (geen enkel) wordt ningún vóór een mannelijk zelfstandig naamwoord enkelvoud. Problema is een mannelijk woord.
Om de klemtoon op de u te handhaven, krijgt ningún een accent.
De vormen ninguno, ninguna zijn hier niet correct.