¿(Zouden jullie mij kunnen) ........ ayudar?
podríais: condicional (vosotros) van poder = kunnen; mogen
De andere opties zijn hier niet juist.
pudieseis: préterito de subjuntivo (vosotros), gebruikt in zinnen waar de subjuntivo wordt verlangd (bijv. Esperaba que me pudieseis ...)
pudisteis: pretérito indefinido (vosotros)
Lucas, no seas cobarde y dime (vrijuit) ........ lo que piensas.
franqueza = openhartigheid
cobarde = laf
franela = flanel
franqueo = frankering
franquicia = franchise
(Loop naar de maan!)
¡Vete a freír ........ !
vete = gebiedende wijs tú van irse (weggaan)
freír = bakken, braden
bistec = steak
croqueta = kroket
espárrago = asperge
mejillón = mossel
Trato de abrir la caja pero (het lukt niet) ........ .
no hay forma = het lukt niet, het is onmogelijk
no hay derecho = dat is geen manier (van doen)
no hay remedio = er zit niets anders op
no hay tal = dat is onzin