Wat is het verkleinwoord van un lazo?
lazo = strik
lacito = strikje. Een woord dat eindigt op -o krijgt bij verkleining als achtervoegsel -ito. In dit geval verandert de z van lazo in c. De z verandert doorgaans in een c voor een e of een i (behalve bij woorden met anderstalige oorsprong als zelandés, zepelín, zinc, zigzag).
(Ik heb nergens spijt van.)
No me arrepiento ........ nada.
arrepentirse (ie) de = spijt hebben van
Dit is een vaste combinatie.
(Op maandag de veertiende) ........ vamos de vacaciones.
el lunes catorce = (op) maandag de veertiende
Anders dan in het Nederlands worden in het Spaans geen rangtelwoorden gebruikt bij het aangeven van een datum, behalve bij de eerste van de maand.
Het is met plezier gedaan.
placer = plezier
nadie, ninguno = niemand
Ha estado un placer is een verkeerde combinatie.