¿(Gingen jullie) ........ al cine ayer?
fuisteis = jullie gingen
fuiste = jij ging
fuimos = wij gingen
fueron = zij gingen
Deze vormen zijn de indefinido van ir.
(Ik heb jouw zus zoveel maanden niet gezien.)
A tu hermana hace ........ meses que no la veo.
tantos = zoveel (mannelijk meervoud)
los meses = de maanden
tantas = zoveel (vrouwelijk meervoud)
muchos, muchas = veel
Cantar no es mi (sterkste kant) ........ .
Zingen is niet mijn sterkste kant.
fuerte = sterke kant, sterke zijde
fortaleza = vesting, burcht, sterkte
fuero = privilege
fuerza = kracht
El futbolista Asensio juega como (spitsspeler) ........ en el Real Madrid.
delantero = spitsspeler, voorhoedespeler
centrocampista = middenvelder
picador = bij het stierenvechten de man te paard met lans; pikeur
portero = keeper, doelverdediger