El camión ........ un frenazo por lo que yo ........ con él.
De vrachtwagen remde plots waardoor ik tegen hem aan botste.
dar un frenazo = plots remmen
chocar con alguien = iemand aanrijden, botsen tegen iemand
dio: pretérito indefinido van dar, derde persoon enkelvoud
choqué: pretérito indefinido van chocar, eerste persoon enkelvoud
De andere werkwoordsvormen zijn hier niet van toepassing.
Valencia no tiene (zoveel) ........ habitantes (als) ........ Madrid.
zoveel + zelfstandig naamwoord + als = tanto, -a, -os, -as + zelfstandig naamwoord + como
De combinatie 'tanto - como' is hier niet correct, want 'tanto' richt zich naar het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.
De combinatie tanto - que heeft een andere betekenis, bijv. Veo tantos bocadillos que no puedo elegir. (Ik zie zoveel broodjes dat ik niet kan kiezen.)
Conozco a tu cuñado (van gezicht) ........ pero él no me conoce a mí.
conocer de vista = van gezicht kennen
cuñado = zwager, schoonbroer
De combinaties de la vista, en vista, en la vista zijn hier niet van toepassing.
Esto no puede ser ignorado o (weerlegd) ........ .
Het participio van decir is dicho
Het participio van het samengestelde werkwoord contradecir is contradicho.
contradecir = tegenspreken; weerleggen
ignorar = negeren