Hay (te veel) ........ gente en la cocina.
Er staan te veel mensen in de keuken.
demasiado, -a = te veel
la gente = de mensen > demasiada gente
(Zal ik jou naar huis brengen?)
¿ ........ a casa?
¿Te acompaño a casa? = (letterlijk: Vergezel ik je naar huis?) Zal ik je naar huis brengen?
¿Me acompañas? = Ga je met me mee?
¡(Goedendag) ........ , Quique!
¡buenos días! = goedendag! goedemorgen!
el día = de dag
bueno, -a = goed
Quique = verkorte vorm van Enrique
¿(Welke) ........ idiomas hablas?
idioma = taal
Het woord welk(e) kan op twee manieren vertaald worden:
Qué gebruik je bij het vragen naar een definitie of direct vóór een zelfstandig naamwoord: ¿Qué es esto?, ¿Qué idiomas hablas?
Cuál(es) gebruik je zelfstandig in vragen naar een (vermoedelijke) keuze: ¿Cuál es tu deporte favorito?