Mi compañero Ivo ha conseguido la calificación (uitmuntend) ........ para inglés.
Mijn vriendje Ivo heeft de beoordeling 'uitmuntend' voor Engels gehaald.
sobresaliente (SB) = uitmuntend (vergelijkbaar met schoolcijfer 9 of hoger)
bien (BI): tussen 6 en 6,9
notable (NT): tussen 7 en 8,9
suficiente (SU): tussen 5 en 5,9
Onvoldoendes worden ook wel aangeduid met: In(suficiente)
Estoy de acuerdo (met jou) ........ , Mayte.
contigo = met jou
estar de acuerdo con = akkoord gaan met
Mayte is een roepnaam voor María Teresa.
Con ti, contiga en con tú zijn niet correct.
Waarheen wil iemand die vraagt naar un retrete?
retrete, váter, baño, lavabo, aseo, excusado, (spreektaal) Señor Roca = toilet, wc
¿(Hoe oud is) ........ Isabel?
tener X años = X jaren oud zijn
¿cuántos años? = hoeveel jaren?
¿cuántos años tiene? = hoe oud is?
In spreektaal hoor je ook wel eens ¿Qué años tiene?
De andere combinaties zijn niet correct.