El 1 de noviembre la ciudad de México se llena de calaveras.
calavera = doodshoofd; schedel
heiligenbeeld = estatua de santo
kapel = capilla
marktkraam = puesto de mercado
(Verandering van spijs doet eten.)
En la variedad está ........ .
gusto = smaak
apetito = eetlust
hambre = honger
oportunidad = kans; mogelijkheid
¡Baja los humos!
bajar los humos = een toontje lager zingen
tener humos = arrogant zijn
Rijd minder snel! = ¡Reduce la velocidad!
Stop met roken! = ¡Deja de fumar!
Zit niet zo te slijmen! = ¡No seas tan lameculos!
Hoe zeg je een diep bord?
diep bord = plato hondo, soms ook: plato profundo
una fuente = een dienschotel, een schaal