(Ik stel voor) ........ que cambiemos la fecha de la reunión.
propongo (proponer) = ik stel voor
antepongo (anteponer) = ik prefereer
pospongo (posponer) = ik stel uit
supongo (suponer) = ik veronderstel
Albarracín es un pueblo muy bonito. (Daarover) ........ no hay duda.
De eso no hay duda. = Daarover bestaat geen twijfel.
(dudar de = twijfelen aan/over)
De andere opties zijn hier niet correct.
Albarracín is een nationaal monument en ligt in de regio Aragón.
París quita espacio a los coches para ........ a los peatones.
Parijs verkleint de ruimte voor de auto's ten voordele van de voetgangers.
dárselo: bij de infinitief worden de persoonlijke voornaamwoorden áchter het werkwoord geplaatst en eraan vast geschreven. Bij toevoeging van persoonlijke voornaamwoorden is hier het accentteken nodig op dar.
De volgorde van persoonlijke voornaamwoorden is: eerst meewerkend voorwerp (les) en dan lijdend voorwerp (lo) in tegenstelling tot het Nederlands. Bij de combinatie van twee persoonlijke voornaamwoorden in de derde persoon verandert les in se.
(Laten we een kat een kat noemen.)
Las cosas claras y ........ .
las cosas claras y el chocolate espeso (letterlijk: de dingen helder en de chocolademelk dik) = een kat een kat noemen; het beestje bij zijn naam noemen
De andere combinaties zijn hier niet van toepassing.