lazo = strik

lacito = strikje. Een woord dat eindigt op -o krijgt bij verkleining als achtervoegsel -ito. In dit geval verandert de z van lazo in c. De z verandert doorgaans in een c voor een e of een i (behalve bij woorden met anderstalige oorsprong als zelandés, zepelín, zinc, zigzag). 

conmigo = met mij

contigo = met jou

con él, ella, con nosotros etc. = met hem, haar, ons, etc. 

contar (ue) con = rekenen op. Dit is een vaste combinatie.

habitante = inwoner

ciudad = stad

De volgorde bij getallen is duizendtal - honderdtal - tiental - eenheid, ook bij jaartallen.

Alleen tussen tientallen en eenheden staat 'y', zo ook tussen de tientallen cincuenta y un in deze oefening.

¡adelante! = ga je gang, doe maar 

galleta = koekje

probar (ue) = proeven

¡deprisa! = snel

¡voy! = ik kom er aan

¡ya está! = klaar is Kees