Alicia prefería que ........ la paella tú.
prepararas: subjuntivo imperfecto tú
Na een hoofdwerkwoord in de verleden tijd staat het werkwoord in de bijzin in de verleden tijd. Hier volgt een aanvoegende wijs omdat preferir een gevoel uitdrukt.
preferir (ie) = verkiezen
Me gusta esta camiseta. ¿Puedo (hem passen) ........ ?
probarse (ue)= passen, aandoen
Het wederkerend voornaamwoord se komt vóór het persoonlijk voornaamwoord la. In een zin met een infinitief worden deze vormen erachter en eraan vast geschreven. Om de klemtoon op het werkwoordsdeel te handhaven, wordt een accentteken geplaatst.
Daarnaast bestaat ook de combinatie: ¿Me la puedo probar?
Los carotas consiguen generalmente lo que quieren.
Brutale mensen bereiken meestal wat ze willen. = Brutalen hebben de halve wereld.
groenteteler = horticultor
intellectueel = intelectual
wetenschapper = científico
Los patronales no están de acuerdo con la nueva propuesta salarial.
patronal = werkgeversorganisatie
propuesta salarial = salarisvoorstel
middenstander = minorista
vakbond = sindicato